Ingrediënten
Het deeg
240 gram bloem
7 gram instant-gist
55 gram boter ( margarine of echte boter)
3 gram zout
1 losgeklopt ei
25 gram suiker
75 gram/milliliter melk
De kruimels
300 gram bloem
225 gram suiker
225 gram Schrobbelèr-boter in stukjes
Wrijf met koele handen de boter en de suiker tot kruimels.
Maak (de avond) vooraf eerst de Schrobbelèr-boter: smelt 150 gram boter in een bakje in de magnetron, 75 ml. Schrobbelèr toevoegen en goed mengen. Laten opstijven in de koelkast totdat de Schrobbelèr-boter weer goed hard is.
Meng de bloem en de instant-gist in de keukenmachine. Houd een klein beetje van het ei achter om de rand van de vlaai in te strijken. Laat het deeg in een afgedekte kom op een warme plek rijzen ( tot ca. 2x de oorspronkelijke hoeveelheid). De Schrobbelèr-pudding: Voor het gemak gebruik ik een kant-en-klare puddingmix. Normaal leng je die aan met water, maar in dit geval vervangen we 40% van het water door Schrobbelèr. (160 ml. Schrobbelèr/240 ml. water/ 400 gram puddingmix. Mengen met een mixer.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet een vlaaivorm in met boter of bakspray. Kneed het deeg na het rijzen nog even na met de hand en maak er een ronde plak van. Rol het deeg uit met de deegrol tot een mooie ronde plak. Zorg ervoor dat deze ronde plak ruimschoots in je vlaaivorm past. Leg de ronde plak in de vlaaivorm. Laat nog wat over de rand hangen. Het deeg rijst nog even na. Prik de bodem hier en daar in met een vork en strooi wat paneermeel over de bodem. Verdeel de pudding over de bodem. Rol het overtollige deeg af met een deegroller. Verdeel de kruimels over de vlaai, werk van buiten naar binnen. Bestrijk de rand van de vlaai met het restje ei. Strooi over het randje wat suiker. Zet je vlaai in het midden van de voorverwarmde oven. Baktijd ca. 18-25 minuten. Haal de vlaai uit de oven en voorzichtig uit de vorm. Laat je baksel op een rooster afkoelen.
