‘Grüß Gott’, begroet een man ons met een glimlach van oor tot oor wanneer we via een achterdeur de Langlaufschule Test Center in Au-Schoppernau betreden. Hij draagt een sportieve, zwarte outfit die hem beschermt tegen de winterse kou. Zijn opvallende blauwe haarband contrasteert met zijn lichtgebruinde huid. ‘Mein Name ist Stephan, your teacher today’. Vandaag leer hij mijn vriend Yves en mij langlaufen. ‘Don’t dress too warm, und das sind deine Schuhe’. Ik lach; het lijkt erop dat we vandaag een mix van Duits, Engels en een lokaal dialect gaan spreken.
Waggelende pinguïn
Eenmaal buiten op de oefen loipe starten we met een warming-up. Terwijl ik vooral naar de besneeuwde bergtoppen om me heen kijk, is Yves al warm. De les begint met één lat aan ons rechterbeen te gespen. Na een paar oefeningen op de tracks, switchen we naar het linkerbeen. Balans en techniek zijn essentieel in deze sport. Zodra ik te enthousiast word, verlies ik mijn balans en raak ik de grond. Vallen en opstaan.
Na een dik uur bind ik beide latten onder mijn voeten. Ietwat wiebelig ga ik in de loipe staan. Stephan duwt twee stokken in mijn hand, zodat ik me met mijn armen kan afzetten van de grond. De eerste meters krijg ik het ritme totaal niet te pakken. Mijn brein denkt diep na over elke stap, waardoor ik meer op een waggelende pinguïn lijk, dan iemand die soepel door de loipes glijdt. ‘You have to look up to the mountains’, roept Stephan, die al aan het einde van de loipe is. Zodra ik dat doe, gaat het heel natuurlijk en lukt het me om vaart te maken.
Na de training is het tijd voor het echte werk. Stephan neemt het voortouw en begeleidt ons naar een korte route voor beginners. We installeren onze lange, smalle latten in de loipes en voor we het weten glijden we soepel vooruit. Ondanks de frisse berglucht, voel ik het zweet over mijn voorhoofd lopen. Langlaufen ziet er makkelijk uit, maar is hard werken. Na een kilometer pakken we ons eerste bergje. Nog voordat Yves van loipe heeft kunnen wisselen, ligt hij al op de grond. Ik zet af, glijd naar beneden en wil steeds sneller en verder. In de middag komen we uitgeput aan bij het startpunt. Stephan geeft ons een high five, ‘das hast du gut gemacht’.
Alleen op de wereld
De volgende ochtend ontmoeten we gids Erwin in het dorp Mellau voor een sneeuwschoenwandeling. Na een korte kennismaking nemen we de skilift naar Rossstelle. In de lift legt Erwin uit hoe we de sneeuwschoenen - een soort tennisracket die onder onze schoenen worden gebonden - moeten gebruiken. We stappen uit bij het kabelbaanstation op 1400 meter hoogte en beginnen rustig aan onze sneeuwschoenwandeling door idyllische landschappen. In het begin voelt het wat onhandig, maar na enkele minuten wandel ik soepel over de sneeuw.
‘This is my therapy’, zegt Erwin. Ik kijk hem met gefronste wenkbrauwen aan. Hij lacht. ‘At the end of the day you'll know what I mean’, voegt hij toe. Over mijn linkerschouder zie ik een groene vallei zonder sneeuw, terwijl rechts de spitse bergtoppen bedekt zijn door een metersdik pak sneeuw. Ik wandel over houten bruggetjes en langs kabbelende beken. Het zachte, ritmische gekraak dat bij elke stap hoor, maakt me steeds rustiger. Het panoramische uitzicht verveelt geen moment.
Niet veel later wisselen we het weidse uitzicht in voor dichtbegroeide dennenbossen. Zigzaggend wandelen we kilometers door de sneeuw zonder iets of iemand tegen te komen. ‘Do you see the wooden cabin in the distance?’, vraagt Erwin. Ik knik. ‘There we will take a break’. Ik rits mijn mintgroene ski-jas open. De felle zon brandt op de helling die ik bewandel en zorgt dat ik het behoorlijk warm heb. Bij het verlaten hutje neem ik plaats op een boomstronk. Uit mijn rugzak haal ik een aluminium pakketje met belegde boterhammen. Erwin biedt ons een kop koffie uit zijn thermoskan aan. ‘I think I understand why this is your therapy’, knipoog ik naar Erwin.
Tien kilometer later komen we helemaal zen aan bij de skilift. We ploffen op het terras en bestellen een welverdiend biertje. Terug in ons hotel verwen ik mezelf met een lavendel scrub, sauna en stoombad.
Genot voor de smaakpapillen
Na een fijne nachtrust slaan we het ontbijt in ons eigen hotel over. We stappen in de bus richting Damüls voor een culinaire hike. We beginnen met een korte klim naar hotel Alpenstern, waar we voor een smakelijk ontbijtje aanschuiven aan een van de strak ingedekte tafels. Met uitzicht op de grillige witte bergtoppen geniet ik van een French Toast met rode vruchten, die ik a-la-carte heb besteld. Yves loopt hier meermaals langs het rijkelijke ontbijtbuffet vol lokale producten.
Met goed gevulde buiken hiken we naar de volgende stop op de route: de Jägerstuble. Na een kwartier staan we al voor een uitdaging. We moeten een skipiste oversteken. We schuifelen heel langzaam over het gladde sneeuwoppervlak. Nu mis ik een paar sneeuwschoenen. Waar we gisteren in een aflevering van Floortje naar het einde van de wereld leken te zitten, is deze route duidelijk geliefd bij vele wandelaars en langlaufers. Twee uur later komen we aan bij Jägerstuble, een typisch Oostenrijkse hut met harde houten bankjes, ouderwetse kanten gordijnen en lampenkappen die me aan grootmoeders woonkamer doen denken. Op het menu staan halve liters bier, schnitzel en käsespätzle. De gezellige huiskamersfeer en het waanzinnige uitzicht over de besneeuwde bergtoppen maakt dat we hier rustig de tijd nemen voor onze lunch.
De laatste kilometers van de culinaire wandeling lopen we langs watervalletjes, chalets en naaldbossen. Na een hike van in totaal 10,6 kilometer ploffen we neer bij Damülshof, onze laatste stop, waar we de dag afsluiten met koffie en warme apfelstrudel met ijs