Hadewych Minis is een van Nederlands’ meest veelzijdige actrices, want naast acteren op het hoogste niveau is ze een begenadigde zangeres en theatermaakster. Ze won onder andere twee Gouden Kalveren, stond met haar eigen voorstelling in Carré en speelde in verschillende internationale producties. Als Cees van Casteren MW haar ontmoet in Loetje in Amsterdam, is ze in afwachting van de verkiezing van de Theo d’Or waarvoor ze genomineerd is.
Tekst: Cees van Casteren / Foto’s: Saskia Bakker
Hadewych’s moeder is Venlose, haar vader Maastrichtenaar, maar hij sprak Frans. Opa was ook een enorme Francofiel. Toen ze in Maastricht gingen wonen, werd Hadewych aanvankelijk uitgelachen vanwege haar Venlose accent. Maar vanaf die tijd is ze gewoon ABN gaan spreken. In Maastricht woonde ze de tussen de Toneelacademie en het conservatorium in. Haar beide ouders waren muzikant. “Ik keek vanuit mijn kamer zo de academie in. Dat was een soort Walhalla voor me, dichtbij maar ook schier onbereikbaar, omdat ik me niet kon voorstellen dat ik daar ooit toegelaten zou worden. Mijn leraar van de toneelles stimuleerde me echter op een gegeven moment om auditie te gaan doen. Dat deed ik wel maar in de overtuiging dat dit toch niet zou lukken. Toen ik werd aangenomen, kwam ik op de plek van mijn dromen.”
“Ik hou erg van taal en had al vroeg het plan iets met taal te gaan doen. Mijn ouders stimuleerden dat: zij hebben in hun tijd alles uit de kast moeten halen om muzikant te zijn. En, om naast de studie rechten te gaan musiceren. Uiteindelijk zijn ze wel naar het conservatorium gegaan. De aanhouder wint. Zo ben ik ook met muziek opgegroeid: de klavecimbel stond in huis en ook heb ik vioolles gehad. Nu speel ik niet veel meer, maar het is net als met fietsen, dat verleer je nooit meer.”
Lees het hele interview met Hadewych Minis in Navenant uitgave 4 vanaf pagina 12.
Bestel hier Navenant editie 4.
Tekst: Cees van Casteren / Foto’s: Saskia Bakker