Sluiten

Langs de ruige rand van Europa: de Wild Atlantic Way

De Wild Atlantic Way, de beroemde route langs de Ierse westkust, is met zijn ruim 2600 kilometer lengte de langste aaneengesloten kustroute ter wereld. Van noord naar zuid slingert de weg zich langs kliffen, baaien, vuurtorens en dorpen die de ziel van het groene Ierland ademen.
Tekst en beeld: Jos Caubo

Bij O’Connell’s komen de karakteristieke klanken van de fiddle, de tin whistle en de bodhrán (trom) ons al door de openstaande ramen tegemoet als we langs deze iconische pub in het centrum van Galway lopen. ‘This is the place to be’, zei onze taxichauffeur en inderdaad, binnen gaat het dak eraf en zorgen de muzikanten er met hun traditionele instrumenten en zang voor dat het publiek luidkeels meezingt met bekende Ierse drinkliedjes zoals Whiskey in the Jar en Molly Mallone. En of het nu bij O’Connell’s, The Thirsty Goat, The Dirty Onion of bij een van die duizenden andere kroegen in Ierland is: overal overvalt je als bezoeker het warme gevoel van écht welkom te zijn, vermengd met soms een gevoel van wat weemoed. Binnen twee minuten ben je gegarandeerd met een of meerdere Ieren aan de praat, meestal met een koud glas Guinness. Muziek is voor Ierland misschien nóg kenmerkender dan het overweldigende landschap van zowel de Atlantische kust als van het groener-dan-groene Ierse binnenland.

Gedenktekens
Galway is ongeveer halverwege de route die ons in vijf dagen vanuit Dublin via Belfast en Londonderry in Noord-Ierland naar de westkust heeft gebracht. In beide steden zijn -inmiddels meer dan 25 jaar na het vrede brengende Goede Vrijdagakkoord van 1998- nog volop tastbare herinneringen te vinden van de verbeten strijd tussen katholieken en protestanten, zoals de vele muurschilderingen en gedenktekens. Waar in Belfast de vaak prachtige schilderingen ook vooral bedoeld zijn als ‘street art’, zijn in Londonderry (de inwoners zeggen Derry) nagenoeg alle schilderingen gemaakt als herinnering aan ‘The Troubles’, zoals de strijd voor burgerrechten hier wordt genoemd. De gedenkplaquette voor Bloody Sunday maakt ons stil, hier zijn in 1972 veertien ongewapende jongemannen door het Britse leger neergeschoten. We lopen een paar kilometer over de eeuwenoude stadsmuren rond het centrum en genieten van het weidse uitzicht. Ondanks de verdrietige herinneringen is Derry ook ‘gewoon’ een mooie stad.

Noordwaarts van Belfast volgen we de prachtige Antrim Coastal route langs de Ierse Zee, die een mooi voorproefje is van de spectaculaire panorama’s die ons aan de westkust nog staan te wachten. Bij de Giant’s Causeway is het knetterdruk, maar deze trekpleister is dan ook niet voor niets een van de meest bijzondere natuurwonderen van Noord-Ierland. Tienduizenden zeshoekige basaltzuilen, gevormd door vulkanische activiteit, liggen hier als een gigantisch mozaïek aan de oceaan. Volgens de legende bouwde de reus Finn McCool deze weg naar Schotland, maar dat maken die Ieren iemand anders maar wijs!

Ruig
Vanuit Derry rijden we terug de grens over van Noord-Ierland naar de Republiek Ierland. Het landschap van de graafschap Donegal ontvouwt zich leeg en ruig. Bij Glenveagh National Park maken we een korte wandeling. Het 19e-eeuwse kasteel aan het meer ligt hier als een sprookje tussen bergen en bossen, met een schitterende tuin. We blijven ons verbazen over de ruimte in Ierland, maar met amper 5,5 miljoen inwoners en een oppervlakte van ruim tweemaal Nederland is het natuurlijk niet zo gek dat er hier volop ‘space’ is!

In Donegal begint bij het kustplaatsje Malin Head de echte Wild Atlantic Way in zuidelijke richting. Het doel vandaag is Westport in County Mayo. Een flinke rit, maar het uitzicht blijft steeds weer verrassen. Schapen lopen hier en daar gewoon over de weg en maken duidelijk dat hier de tijd langzamer gaat. Westport zelf is een charmant stadje met kleurrijke gevels en een gezellig marktplein. ’s Avonds is het smullen van een zalige stoofpot op basis van Guinness, uiteraard met de bekende mashed potatoes. Na afloop nemen we vanwege de gezellige livemuziek nog éven een afzakkertje bij McCafferty’s.

Connemara
Omdat we in Galway twee overnachtingen hebben gepland, besluiten we om een dag uit te trekken voor een bezoek aan het Nationaal Park van Connemara. Die naam kent iedereen natuurlijk van het beroemde chanson ‘Lacs du Connemara’, van de Franse zanger Michel Sardou. Hij zingt in het nummer over de wilde natuur en de meren in de regio Connemara. We hebben pech: ondanks het aanhoudend mooie weer van de voorbije dagen is het vandaag de hele dag druilerig weer. Het geeft dit ongerepte en ruige gebied echter wel een bijzondere sfeer!

De volgende dag is het gelukkig droog, want de fraaie route naar Killarney voert ons langs de loodrechte kliffen van Moher. Het is indrukwekkend om 200 meter lager de woedende schuimkoppen van de Atlantische Oceaan op de rotsen te zien beuken. Net als eerder bij de Giant’s Causeway is ook hier de entreeprijs nogal gepeperd: we betalen 18 euro per persoon, maar gelukkig zijn de uitzichten op de spectaculaire rotspartijen het meer dan waard. Amper een uurtje voorbij de Cliffs of Moher steken we met de ferry de brede Shannon over. Het relaxte tochtje duurt nog geen twintig minuten en is een leuke onderbreking van de vandaag best lange route.

Verder zuidelijk komen we steeds dichterbij het hoogtepunt van onze rondreis, de beroemde ‘Ring of Kerry’. Je bent hier bijna op de meest westelijke punt van het Europese vasteland. Alles wat Ierland zo adembenemend mooi maakt, komt hier bij elkaar: ruige kusten, bergen, meren, en traditionele dorpen, en overal zie je weer de Atlantische Oceaan. De circa 180 km lange route loopt helemaal langs de kustlijn van het bergachtige Iveragh schiereiland, met als belangrijkste uitvalsbasis het sfeervolle stadje Killarney. De Ring of Kerry is integraal onderdeel van de Wild Atlantic Way maar wordt ook vaak ‘los’ hiervan gereden. Je moet er echt een hele dag voor uittrekken, want op de smalle weggetjes kun je vaak niet veel harder dan 50km rijden. Maar omdat zich telkens een nieuw adembenemend uitzicht voor je ontvouwt, heb je ook helemaal geen behoefte om snel te rijden want je camera of telefoon maakt hier overuren! ‘Prijswinnaar’ is voor mij het schilderachtige Valentia Island, waar met welgeteld 625 inwoners zonder twijfel iedereen elkaar kent. Leuk is om met het veerpontje het eiland op te gaan en er via de brug aan de andere kant weer af te rijden. In het bij de brug gelegen dorp Portmagee lunchen we bij het haventje en genieten van een zalig bord chowder, de traditionele Ierse vissoep die behalve vis ook een fiks deel room bevat. Low calorie, maar dan anders!

Een paar dorpen verderop passeren we in Waterville een standbeeld van Charly Chaplin die hier met zijn gezin jarenlang de zomervakanties doorbracht. Net voordat we terug bij het hotel in Killarney zijn maken we nog een stop bij de Ladies View, waar je een onwaarschijnlijk mooi en weids vergezicht hebt. De volgende dag is het feest voorbij en rijden we richting Dublin voor de terugvlucht, maar niet nadat we nog een bezoek hebben gebracht aan de fameuze Guinness Brewery. Aanrader!

Elf dagen blijkt te kort om alles te kunnen zien wat we willen zien, maar de eerste kennismaking met Éire smaakt echt naar meer. Een autorondreis door Ierland is geen race van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid, maar een tocht door de ziel van dit geweldige land. Slán Éire!

Praktische informatie

Reizen
Je kunt met de ferry vanuit Frankrijk via Engeland naar Ierland, maar dat betekent veel extra reistijd.  Meest praktisch is om naar Dublin te vliegen en van daaruit met een huurauto de Wild Atlantic Way te rijden. Je kunt vanaf Schiphol met Aer Lingus vliegen, maar voor Limburgers is het handiger om vanaf Eindhoven met Ryanair naar Dublin te vliegen. Omdat heel veel toeristen kiezen voor een huurauto is er een groot aantal aanbieders. Prijsvergelijking is zeker de moeite waard!

Verblijf
Als je net zoals wij in de zomermaanden reist, is het verstandig om ruim tevoren je verblijf te boeken. Veel hotels en B&B’s zijn weken tevoren volgeboekt, en op de bonnefooi rijden is daarom geen goed idee. Reken voor een 2-p kamer met ontbijt in een driesterren hotel rond de 150 euro.

Eten en drinken
Tenzij je kiest voor sterrenrestaurants, zul je zeker in de kleinere plaatsen vooral aangewezen zijn op ‘pubfood’, waar overigens meestal niets mis mee is. Gezellig is het zeker! De prijzen voor een  hoofdgerecht zijn er min of meer vergelijkbaar met Nederland, reken op 18-30 euro. Drank daarentegen is een stuk duurder: voor een glas wijn ben je al gauw 8-9 euro kwijt, net als voor een pint Guinness trouwens.

Wij helpen u graag verder
Velden met een * zijn verplicht