Verliefd op Bali

Scooters scheuren links en rechts langs mijn Uber, terwijl ik vanuit Ngurah Rai Airport noordwaarts navigeer. Families klemmen zich met z'n vieren op één scooter – vader stuurt, moeder houdt de baby vast, de peuter ertussenin. Ik zie scooters voorbij zoeven, beladen met wiebelende eierkratten, uitstekende ladders of zelfs complete meubelstukken. “Welkom op Bali”, lacht mijn chauffeur. Hij manoeuvreert de auto vakkundig door het verkeer. Na anderhalf uur bereik ik eindelijk het kustdorpje Kedungu, dat nog geen dertig kilometer verderop ligt.

Vanuit het zwembad bij mijn accommodatie, dwalen mijn ogen af over een lappendeken van groene rijstvelden. Het geruis van de oceaan klinkt op de achtergrond, terwijl de subtiele geur van jasmijn en sandelhout door de lucht zweeft – afkomstig van de 'canang sari' offeranden die Balinezen elke dag bij tempels, huizen en op straat plaatsen om hun goden te eren. Bij zonsondergang wandel ik over het zwarte zandstrand. Surfers pakken golven, kinderen bouwen zandkastelen en vissers werpen hun hengel uit in de branding van de zee. Als de avond valt, hoor ik niets anders dan het getjirp van krekels. Kedungu is de ideale plek om even te acclimatiseren na een lange vlucht.

Fine dining op zijn best
Na drie dagen is het tijd om uit te checken. Ik laat de kust achter me om kennis te maken met de smaken van de Indonesische keuken. Net buiten het drukke centrum van Ubud ligt Syrco Basé, het culinaire meesterwerk van Nederlandse chef Syrco Bakker, die eerder al twee Michelinsterren verwierf. Het is niet zo gek dat de chef zijn eigen restaurant op Bali heeft. Zijn grootouders komen uit Indonesië, dus hij heeft altijd een liefde voor het land gehad. Op het menu staat een Balinees geïnspireerd menu met een moderne knipoog. Een eerbetoon aan boeren, vissers en ambachtslieden.

Het Balinese leven
Om het authentieke Balinese leven te proeven reis ik door naar Sidemen, in Oost-Bali. Verscholen tussen rijstvelden met het silhouet van Mount Agung aan de horizon is Sidemen nu al mijn favoriet. Stoffige wegen, scharrelende kippen, boeren met strohoeden aan het werk op het land en panoramische vergezichten. Ik check in bij mijn viersterrenhotel en besluit een Balinese massage te boeken. De volgende ochtend bezoek ik in alle vroegte de lokale ochtendmarkt. Marktkooplieden stallen hun verse producten uit. Exotisch fruit, groentes, specerijen en verse vis. Maar ook bloemen, gevlochten manden en keukengerei. Een vriendelijke vrouw met een gezicht vol rimpels biedt me gefrituurde pisang aan. Bij de eerste hap breekt de krokante buitenlaag open en proef ik de zoete smaak van gekarameliseerde banaan.

Gewapend met een zakje pisang verlaat de markt en trek de vallei in. Ik waag me aan een van de wandelingen door de rijstvelden. Over modderige richeltjes passeer ik waterstromen die over rotsen glijden. Onderweg kom ik langs kleine tempels en zie ik vrouwen en kinderen zichzelf wassen in nabijgelegen kanalen. Een lokale boer nodigt me uit om zijn terrassen van dichtbij te bekijken en demonstreert hoe hij de waterstroom tussen de velden reguleert met een eeuwenoud irrigatiesysteem.

Uitzicht op Mount Batur
De volgende bestemming voert me iets noordelijker. Op naar Kintamani. De temperatuur daalt merkbaar wanneer mijn scooter zich omhoog worstelt over steile hellingen. Ik rijd langs koffieplantages en landbouwgrond, maar ook door dichte bossen en het spiegelende meer van Batur. Vanavond slaap ik in een volledig glazen huis omringd met palmbomen, bananenplanten. Vanuit de cabin heb ik een first-row uitzicht op Mount Batur, een van de twee actieve vulkanen op het eiland.

Ik draai de kraan van het gigantische, ronde buitenbad open en schenk mezelf nog even snel een glas wijn in. Langzaam laat ik mezelf zakken in het warme water. De stoom kringelt omhoog en tegelijkertijd streelt de koele berglucht mijn gezicht. Af en toe kraakt er een tak of roept een onbekende vogel in de verte. De lucht kleurt feloranje en het laatste zonlicht weerkaatst op de rand van de vulkaan. Zodra de avond valt, maak ik het kampvuur op mijn terras aan. In alle rust geniet ik van mijn diner, een leesboek en de sterren aan de hemel. Eenmaal in bed sluit ik mijn ogen denkend aan de zonsopkomst die me morgen vanuit bed te wachten staat.

Watervallen spotten
In de dichte jungle in noorden van Bali ga ik op zoek naar de mooiste watervallen. Een van de leukste dingen om te doen in Munduk is de ‘waterfalls hike’. Ik stel de offline navigatie app maps.me in en start dan een drie uur durende wandeling. Het pad voert me eerst naar de Melanting Waterfall, waar ik het neerstortende water bewonder. Via modderige paden en bamboebossen vervolg ik mijn tocht naar Labuhan Kebo Waterfall. Onderweg komt de jungle tot leven, kleurrijke vlinders vliegen om me heen en aapjes slingeren boven mijn hoofd. De Red Coral Waterval is misschien wel de meest indrukwekkende. Deze hoge waterval heeft een smalle, maar krachtige stroom en ligt verscholen in een enclave midden in het groen. Mijn tocht eindigt bij de Golden Valley Waterfall, waar ik neerstrijk bij Eco Café. Met uitzicht op de waterval hydrateer ik met een verfrissende kokosnoot. Voor de terugweg kies ik dezelfde jungleroute, al vertellen locals me dat ik ook een lift zou kunnen scoren langs de hoofdweg.

Zon, zee, strand en luieren
Na een aantal actieve dagen in het noorden is het tijd om mijn vakantie af te sluiten in Uluwatu, het uiterste zuiden van Bali. Kalkstenen kliffen omlijsten de azuurblauwe Indische Oceaan en nieuwsgierige aapjes slingeren door de bomen op de witte zandstranden. Overdag hop ik van Thomas Beach naar Bingin en van Dreamland Beach naar Padang Padang, waar locals met plezier verse kokosnoten voor me openbreken. Ik wissel strandwandelingen af met een verkoelende duik in de zee. In de avond probeer ik het enorme aanbod aan restaurants uit. Een ding weet ik zeker, de veelzijdigheid van Bali heeft mijn hart gestolen.