‘Champagne is always the answer’ schijnt een bekende uitspraak van Marilyn Monroe te zijn geweest. Ze was er in ieder geval zo verzot op dat ze ooit een keer een bad gevuld met champagne nam. En volgens madame de Pompadour is champagne de enige drank waarbij een vrouw mooi blijft nadat ze het heeft gedronken. Modeontwerpster Coco Chanel hield er ook wel van, getuige haar uitspraak ‘I only drink champagne on two occassions: when I’m in love, and when I’m not’.
Voor Anna Métèyer, de charmante echtgenote van 5e generatie wijnmaker Franck Métèyer (Métèyer Père & Fils) in het onooglijke dorpje Trélou-sur-Marne is het heel simpel: “Champagne is gewoon een medicijn, dat kan niet anders. Mijn schoonouders dronken het elke dag en schoonpa is 107 jaar oud geworden en mijn schoonmoeder 99 jaar”, glimlacht ze. Kijk, dát soort informatie hoor ik nu graag, geen betere reden dus om ondanks het matineuze tijdstip (de kerktoren heeft zojuist negen uur geslagen) toch maar te gaan proeven van het zojuist door Anna ingeschonken glas ‘Carte Argent’. C’est délicieux!
Chateau-Thierry
De Vallée de la Marne is een van de vijf productiegebieden van champagne, met daarin centraal gelegen mijn verblijfplaats Chateau-Thierry. Het gezellige stadje is omringd door wijngaarden die op de hellingen zijn aangelegd en zo een landschap vormen dat door de UNESCO is aangewezen als Werelderfgoed cultureel landschap. Chateau-Thierry is de geboorteplaats van de schrijver en dichter Jean de la Fontaine, beroemd vanwege met name zijn fabels zoals die over de raaf en de vos. Aan de rand van de stad liggen de kelders van de champagneproducent Pannier, een middelgrote coöperatie van zo’n vijfhonderd wijnboeren. Jaarlijks verkoopt Pannier zo’n 500.000 flessen.
Gastvrouw Clotilde Boudat leidt me rond door het middeleeuwse ondergrondse gangenstelsel, dat in totaliteit maar liefst 2,5 kilometer lang is. “De omstandigheden zijn hier ideaal om de champagne te laten rijpen, want er is geen daglicht, de temperatuur is constant en de luchtvochtigheid is boven de 90%.”, zegt ze tegen me. Nagenoeg alle champagne wordt gemaakt van drie cépages, te weten de witte Chardonnaydruif, de Meunier en de Pinot Noir. Keldermeester Yann Munier bepaalt als enige de uiteindelijke verhouding tussen deze drie rassen. Naast de blend van deze drie cépages ‘mixt’ hij ook de tussen de drie en vijf jaar gerijpte champagnes uit verschillende jaren. Daarom zie je op het etiket van champagne ook geen jaartal, behalve wanneer het om een uitzonderlijk goed jaar gaat: deze champagne wordt niet gemixt met andere jaren en noemen ze een millésime.
Vermeldenswaardig is dat Pannier weliswaar geen echte grote jongen in de champagnewereld is, maar dat hun flessen wél in het Elysée in Parijs worden geschonken. Ja, die president Macron weet wel wat lekker is!